Het kan zijn dat het kind problemen heeft met de verwerking van zintuiglijke informatie verwerking. Ieder mens heeft zintuigen waarmee er informatie van het eigen lichaam en uit de omgeving wordt verkregen en verwerkt.
Meestal
gaat de verwerking hiervan goed, en wordt er een goed en begrijpelijk plaatje van de omgeving en van jezelf in die omgeving opgebouwd. Daardoor kan er efficient gereageerd worden op de omgeving. Het inschatten van de vaardigheden
is adequaat. Dit helpt om zelfvertrouwen te verkrijgen. Als de sensorische informatie niet goed verwerkt wordt, dan kunnen er problemen zijn zoals faalangst of overmoedig gedrag, waarbij het gevaar niet goed wordt ingeschat.
Indien
de zintuiglijke informatie te sterk doorkomt, kan het ook zijn dat er sprake is van overgevoeligheid. Sommige kinderen reageren sterk op aangeraakt worden, waardoor ze snel geïrriteerd zijn zonder te weten waarom. Er kunnen
reacties zijn zoals angstig / misselijk / draaierig worden bij schommelen, hoog klimmen of kermis attracties. Te snel afgeleid zijn in de klas door geluid en onrust vanuit de omgeving.
Als de informatie niet sterk
doorkomt, maar eerder zwak, dan kan het kind vaak behoefte hebben aan veel en hard bewegen, om toch informatie uit het lichaam te verkrijgen. Deze kinderen zijn veelal lichamelijk onrustig en wriemelen veel. Ze willen veel
draaien, rennen, schommelen en maken soms zelfs graag veel geluid. Ze zijn vaak druk en kunnen soms storend zijn voor de omgeving.
Een combinatie van bovenstaande komt tevens veel voor.
Bijna altijd is het
reguleren van de 'alertheid' voor deze kinderen een probleem. Een goede sensorische integratie zorgt ervoor dat het zenuwstelsel ons in een goede staat van alertheid brengt en houdt. Bij rustige activiteiten zorgt het dat
het kind op een stoel kan blijven zitten zonder dat het snel onrustig wordt of wat slaperig en inactief (moe!) wordt. In beide gevallen is het kind niet goed in staat om op te blijven letten en taken te voltooien. Als er
een actieve houding wordt gevraagd, bijvoorbeeld bij de gymles, dan moet het kind de juiste alertheid kunnen vasthouden en niet ‘doordraaien’ of zich heel snel moe en slap te voelen.
Sensorische integratie therapie
is een therapie die in Amerika in de jaren 60 is ontwikkeld door dr. Jean Ayres. Zij was ergotherapeut en ontwikkelingspsychologe. Sinds 1980 is er ook in Nederland een opleiding voor sensorische integratietherapie. Dit
is een opleiding die gevolgd kan worden door fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten. De therapie helpt (het zenuwstelsel van) kinderen op een speelse manier met het beter verwerken en organiseren van informatie
die uit het eigen lichaam en de omgeving komt.